In de cursus media leer je onder meer hoe je met journalisten omgaat. En hoe zij denken en werken. Zodat je je niet gedraagt zoals de directeur van een ontwikkelingsorganisatie die ik als journalist moest interviewen. Afspraak was dat hij het interview voor publicatie nog even mocht lezen om eventuele feitelijk onjuistheden te corrigeren. Maar niet alleen reageerde hij pas na de deadline, toen hij het stuk terugstuurde bleek het geen 800 woorden meer te tellen maar was het artikel bijna 2x zo lang geworden!
De directeur was onaangenaam verrast dat ik daar niet in kon meegaan. Nog los van de praktische reden dat het herschreven stuk niet eens zou passen op de pagina die daarvoor was ingeruimd. De man liet telefonisch weten dat dit ‘gevolgen’ kon hebben voor de ‘goede relatie’ van zijn organisatie met het tijdschrift.
Ook de klompen van mijn hoofdredacteur braken. Via voicemails (de betreffende persoon blijkt onbereikbaar) laat ze weten not amused te zijn. Maar zijn reactie – die dan toch nog snel komt – laat een schrijnend gebrek aan inzicht in de werking van de journalistiek zien: ‘Ik heb me inderdaad geïrriteerd geuit. Deze irritatie betrof vooral het memoreren aan de onfortuinlijke periode die onze organisatie achter zich heeft gelaten. Ik verzocht hem om een meer toekomstgerichte, positieve insteek. Dat is natuurlijk in het belang van onze organisatie. Ik vond helaas geen gewillig oor. Bij mijn weten heb ik me beslist niet onhoffelijk gedragen noch gedreigd.’
In de cursus media leer je onder meer dat een journalist geen verlengstuk is van de afdeling Marketing en Communicatie. De belangen van pr en journalistiek lopen niet parallel. Wie zou de krant anders nog geloven? Wie professioneel met media omgaat, weet dat. En snapt dat juist die onafhankelijke journalistiek in jouw eigen pr-belang is. Want verliest die journalistiek zijn geloofwaardigheid, dan verlies jij je podium.